loading

Verkeersregels

De verkeersregels beschrijven hoe een weggebruiker zich moet gedragen op de openbare weg, hieronder vallen verplichten maar ook advies om zo verstandig en veilig mogelijk te rijden. Alle weggebruikers moeten de verkeersregels goed kennen en toepassen.


8. Gevaren

Er zijn vele gevaren op de openbare weg, bestuurders moeten deze gevaren herkennen en op een juiste manier reageren. Hier vindt u een overzicht van de meest voorkomende gevaren.


Wees extra voorzichtig bij slechte weersomstandigheden zoals felle zon, regen, wind, sneeuw, mist, ...


Overstekende dieren kunnen zware schade en dodelijke ongevallen veroorzaken.


Alcohol

Alcohol en het besturen van een voertuig zijn een heel gevaarlijke combinatie. Alcohol vermindert de aandacht, het beoordelings- en het reactievermogen. Een dronken bestuurder is niet alleen een gevaar voor zichzelf, maar ook voor de andere weggebruikers. Daarom organiseert de politie vaak alcoholcontroles, alcoholintoxicatie is meetbaar en vanaf een bepaald niveau strafbaar. Een alcoholcontrole kan opgelegd worden aan alle bestuurders, dus ook aan fietsers en ruiters. Rij instructeurs of begeleiders kunnen ook worden gecontroleerd. Alcoholcontroles zullen niet gevraagd worden aan passagiers of voetgangers.

  • Een alcoholslot is een maatregel die word toegepast voor bestuurder met een alcohol probleem.
  • Alcoholcontroles zullen niet gevraagd worden aan passagiers of voetgangers.
  • Restalcohol is de alcohol die gemeten kan worden nadat deze persoon een aanzienlijke tijd niet gedronken heeft.
  • Bij een ademtest word met een blaasapparaat de concentratie alcohol gemeten.
    • Minder dan 0.22 mg/l: het alcoholgehalte is onder de wettelijke maximum, u mag verder rijden.
    • Tussen 0.22 mg/l en 0.35 mg/l: rijbewijs voor 3 uur afgeven en een geldboete.
    • 0.35 mg/l of meer: rijbewijs voor 6 uur afgeven en een geldboete.

Alcoholcontroles zullen niet gevraagd worden aan passagiers of voetgangers.


Bij een ademtest word met een blaasapparaat de concentratie alcohol gemeten.


Weersomstandigheden

Bij slechte weersomstandigheden moet u uw snelheid en rijgedrag aanpassen. Plotseling hevige regen, wind, mist, sneeuw of hagel kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Verminder uw snelheid, hou voldoende afstand en gebruik indien nodig de lichten.

  • Als er sneeuw op de weg ligt, gebruikt u best sneeuwkettingen.
  • Op ijs hebben de banden geen grip en is het voertuig volledig onbestuurbaar.
  • Een laagstaande zon kan u volledig verblinden, neem een zonnebril mee.
  • Bij regen of een nat wegdek moet u opletten voor watergladheid, hierdoor kan uw voertuig beginnen slippen.
  • In de winter word er strooizout gebruikt om gladde wegen te bestrijden.
  • Met airconditioning kunt u de temperatuur en luchtvochtigheid op een aangenaam niveau houden.

Waarschuwing voor hevige zijwind.


Waarschuwing voor een glad wegdek.


Wegenwerken

Bij wegenwerken worden vaak voorlopige oranje gekleurde lijnen op het wegdek geschilderd. De oranje strepen vervangen dan de witte.


Waarschuwing voor wegenwerken.


Waarschuwing voor losse steentje op het wegdek.


File

Een file is een rij langzaam rijdend of stilstaand verkeer.

  • Bij files op een autosnelweg worden vaak dynamische verkeersborden gebruikt om de snelheid te verlagen.
  • Hou voldoende afstand bij een file, bij een plotse file kunt u andere weggebruikers waarschuwen met de 4 richtingaanwijzers.
  • Een calamiteitenroute is een alternatieve route die gebruikt kan worden om uw bestemming te bereiken.
  • Er zijn 2 soorten files:
    • Incidentele files ontstaan door incidenten, zoals bij ongevallen, pech of slecht weer.
    • Structurele files ontstaan dagelijks op plekken waar te veel verkeer is, zoals tijdens het spitsuur of op belangrijke knooppunten.

Bij files op een autosnelweg worden vaak dynamische verkeersborden gebruikt om de snelheid te verlagen.


Hou voldoende afstand bij een file, bij een plotse file kunt u andere weggebruikers waarschuwen met de 4 richtingaanwijzers.


Dode hoek

De dode hoek is de ruimte rond een voertuig dat de bestuurder niet kan zien. Ze worden ook wel blinde hoeken genoemd. Een dode hoek kan tot levensgevaarlijke situaties leiden.

  • De dode hoek is meestal het gevaarlijkste bij grote voertuigen zoals vrachtwagens, bussen en tractors.

De dode hoek is meestal het gevaarlijkste bij grote voertuigen zoals vrachtwagens, bussen en tractors.



Spookrijder

Een spookrijder is een bestuurder van een motorvoertuig die op de verkeerde weghelft tegen het verkeer in rijdt. Spookrijden komt meestal voor op wegen met gescheiden rijbanen.


Verboden richting
(weg met eenrichtingsverkeer).


De donkere auto die de rode net voorbijgereden is, is een spookrijder.


Wildaanrijding

Een wildaanrijding is een aanrijding met in het wild levende dieren. Overstekende dieren kunnen gevaarlijke verkeerssituaties veroorzaken. In groene gebieden gebeurt het vaak dat dieren de weg oversteken.

  • Sommige dieren zijn vooral 's nachts actief en panikeren door de lichten van uw voertuig.
  • Een ecoduct is een brug of tunnel waar wilde dieren de weg veilig kunnen oversteken.
  • Als u een ruiter, vee of andere dieren nadert moet u verplicht vertragen en indien nodig stoppen.

Waarschuwing voor vee op de weg.


Waarschuwing voor overstekende herten.


Afleiding

Een afgeleide bestuurder loopt een groter risico om betrokken te zijn in een accident. Alle weggebruikers moet zich concentreren op het verkeer. Een bestuurder is afgeleid wanneer er iets zijn aandacht wegtrekt waardoor hij zich minder goed kan concentreren.

  • Emoties hebben een invloed op uw rijgedrag, ze beinvloeden de manier waarop we denken, risico's nemen en informatie verwerken.
  • Een smartphone achter het stuur zorgt voor afleiding.
  • Ook wie handsfree belt, is minder aandachtig in het verkeer.

Kinderen op de achterbank of andere passagiers kunnen de aandacht afleiden.


Smartphones zorgen voor ongevallen, zet uw elektronische toestellen in automodus.


Gezondheid

Een voertuig besturen is een complexe vaardigheid. Er zijn veel gezondheidsproblemen dat uw rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Een stijve nek, een hoest of pijn aan de benen kunnen ervoor zorgen dat u trager reageert. Als u zich niet goed voelt, laat dan iemand anders rijden. Medicatie kan ook een grote invloed hebben op uw rijden. Raadpleeg uw arts als u denkt dat u mogelijk een aandoening heeft waardoor u niet veilig zou kunnen rijden.

  • Raadpleeg uw arts als u denkt dat u mogelijk een aandoening heeft waardoor u niet veilig zou kunnen rijden.
  • Slechtziendheid en nachtblindheid komen vaak voor, raadpleeg uw arts als u klachten heeft.
  • Een voertuig besturen met epilepsie kan gevaarlijk zijn voor u en andere weggebruikers.

Raadpleeg uw arts als u denkt dat u mogelijk een aandoening heeft waardoor u niet veilig zou kunnen rijden.


Slechtziendheid en nachtblindheid komen vaak voor, raadpleeg uw arts als u klachten heeft.