loading

Verkeersregels

De verkeersregels beschrijven hoe een weggebruiker zich moet gedragen op de openbare weg, hieronder vallen verplichten maar ook advies om zo verstandig en veilig mogelijk te rijden. Alle weggebruikers moeten de verkeersregels goed kennen en toepassen.


1. Lichten

De lichten op een voertuig hebben verschillende functies en zijn een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. De lichten van uw voertuig verbeteren het zicht in de nacht. Ze zorgen er ook voor dat andere weggebruikers beter de aanwezigheid, positie, grootte en richting van uw voertuig kunnen zien. Hou uw lichten vrij van vuil, sneeuw en ijs. Kapotte lichten kunnen verwarrend zijn voor andere weggebruikers, vervang ze zo snel mogelijk. Zorg ook dat de lichten correct zijn afgesteld, zodat ze een duidelijk zicht op de weg geven.


De lichten verbeteren het zicht in de nacht en zorgen ervoor dat uw voertuig sneller gezien word.


De dashboardlampjes op het dashboard geven informatie over de toestand van uw voertuig.


Dimlichten

De dimlichten verlichten de weg zonder andere weggebruikers te verblinden, ze verlichten de weg tot ongeveer 30 meter. Bij het aanzetten van het dimlicht gaan ook de rode achterlichten branden. De dimlichten zijn de standaard verlichting dat u altijd moet gebruiken wanneer het donker wordt.


Grootlichten

Het grootlicht wordt gebruikt om de weg te verlichten zodat u verder kan zien, het zorgt voor een duidelijk zicht tot ongeveer 100 meter. Omdat het grootlicht een heel fel licht afgeeft, kan het andere weggebruikers verblinden. U mag het grootlicht niet gebruiken als u achter een andere weggebruiker rijdt of bij het benaderen van een tegenligger.


Mistlichten vooraan

Het mistlicht mag gebruikt worden bij slechte weersomstandigheden zoals hevige regen, mist of sneeuw. Het mistlicht kan andere weggebruikers verblinden, dus gebruik het enkel bij slecht weer. Niet alle auto's zijn uitgerust met mistlichten dus ze zijn ook niet verplicht te gebruiken.


Mistlichten achteraan

Het mistlicht mag gebruikt worden bij slechte weersomstandigheden zoals hevige regen, mist of sneeuw. Het mistlicht kan andere weggebruikers verblinden, dus gebruik het enkel bij slecht weer. Niet alle auto's zijn uitgerust met mistlichten dus ze zijn ook niet verplicht te gebruiken.


Standlicht

De standlichten worden gebruikt om beter gezien te worden door andere weggebruikers.


Richtingaanwijzers

De richtingaanwijzers zijn knipperende lichten aan de linker en rechter voorkant en achterkant van het voertuig. Soms ook aan de zijkanten of op de zijspiegels van een voertuig. Ze worden gebruikt om de richting aan te geven aan andere weggebruikers bij het draaien of veranderen van rijstrook.


Waarschuwingslichten

Met de waarschuwingslichten bedoelen we de vier richtingaanwijzers tegelijk laten knipperren. Dit zijn de waarschuwingslichten, ze mogen enkel gebruikt worden om andere weggebruikers te waarschuwen voor een gevaar.


Dashboardlampjes

Er bevinden zich verschillende symbolen/lichtjes op het dashboard van uw voertuig, ze geven informatie of waarschuwen over de toestand van uw voertuig.


Dit symbool wordt gebruikt om abs aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de airbag aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om het antidiefstalsysteem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de accu aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de handrem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om aan te duiden dat de rem versleten is.


Dit symbool wordt gebruikt om de cruisecontrol aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om een open deur aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de roetfilter aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om het motormanagement aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de motorolie aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de motor temperatuur aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om esp aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de brandstof aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om voorverwarmen aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de veiligheidsgordel aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om een stuurprobleem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om lage bandenspanning aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de voorruit ontdooien aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de achterruit ontdooien aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om ruitenwisservloeistof aan te duiden.


Straatverlichting

De straatverlichting of openbare verlichting is te vinden langs de weg en op andere plaatsen in de openbare ruimte zoals in parken. In het donker is het van belang dat weggebruikers gevaarlijke verkeerssituaties ruim op tijd kunnen inschatten. Bovendien verhoogt goede straatverlichting het gevoel van sociale veiligheid.




Lichten

De lichten op een voertuig hebben verschillende functies en zijn een belangrijk onderdeel van verkeersveiligheid. De lichten van uw voertuig verbeteren het zicht in de nacht. Ze zorgen er ook voor dat andere weggebruikers beter de aanwezigheid, positie, grootte en richting van uw voertuig kunnen zien. Hou uw lichten vrij van vuil, sneeuw en ijs. Kapotte lichten kunnen verwarrend zijn voor andere weggebruikers, vervang ze zo snel mogelijk. Zorg ook dat de lichten correct zijn afgesteld, zodat ze een duidelijk zicht op de weg geven.


Dimlichten

De dimlichten verlichten de weg zonder andere weggebruikers te verblinden, ze verlichten de weg tot ongeveer 30 meter. Bij het aanzetten van het dimlicht gaan ook de rode achterlichten branden. De dimlichten zijn de standaard verlichting dat u altijd moet gebruiken wanneer het donker wordt.


Grootlichten

Het grootlicht wordt gebruikt om de weg te verlichten zodat u verder kan zien, het zorgt voor een duidelijk zicht tot ongeveer 100 meter. Omdat het grootlicht een heel fel licht afgeeft, kan het andere weggebruikers verblinden. U mag het grootlicht niet gebruiken als u achter een andere weggebruiker rijdt of bij het benaderen van een tegenligger.


Mistlichten vooraan

Het mistlicht mag gebruikt worden bij slechte weersomstandigheden zoals hevige regen, mist of sneeuw. Het mistlicht kan andere weggebruikers verblinden, dus gebruik het enkel bij slecht weer. Niet alle auto's zijn uitgerust met mistlichten dus ze zijn ook niet verplicht te gebruiken.


Mistlichten achteraan

Het mistlicht mag gebruikt worden bij slechte weersomstandigheden zoals hevige regen, mist of sneeuw. Het mistlicht kan andere weggebruikers verblinden, dus gebruik het enkel bij slecht weer. Niet alle auto's zijn uitgerust met mistlichten dus ze zijn ook niet verplicht te gebruiken.


Standlicht

De standlichten worden gebruikt om beter gezien te worden door andere weggebruikers.


Richtingaanwijzers

De richtingaanwijzers zijn knipperende lichten aan de linker en rechter voorkant en achterkant van het voertuig. Soms ook aan de zijkanten of op de zijspiegels van een voertuig. Ze worden gebruikt om de richting aan te geven aan andere weggebruikers bij het draaien of veranderen van rijstrook.


Waarschuwingslichten

Met de waarschuwingslichten bedoelen we de vier richtingaanwijzers tegelijk laten knipperren. Dit zijn de waarschuwingslichten, ze mogen enkel gebruikt worden om andere weggebruikers te waarschuwen voor een gevaar.


Dashboardlampjes

Er bevinden zich verschillende symbolen/lichtjes op het dashboard van uw voertuig, ze geven informatie of waarschuwen over de toestand van uw voertuig.


Dit symbool wordt gebruikt om abs aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de airbag aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om het antidiefstalsysteem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de accu aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de handrem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om aan te duiden dat de rem versleten is.


Dit symbool wordt gebruikt om de cruisecontrol aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om een open deur aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de roetfilter aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om het motormanagement aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de motorolie aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de motor temperatuur aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om esp aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de brandstof aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om voorverwarmen aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de veiligheidsgordel aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om een stuurprobleem aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om lage bandenspanning aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de voorruit ontdooien aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om de achterruit ontdooien aan te duiden.


Dit symbool wordt gebruikt om ruitenwisservloeistof aan te duiden.