De verkeersregels beschrijven hoe een weggebruiker zich moet gedragen op de openbare weg, hieronder vallen verplichten maar ook advies om zo verstandig en veilig mogelijk te rijden. Alle weggebruikers moeten de verkeersregels goed kennen en toepassen.
Rijden is een heel complexe vaardigheid, omdat u vaak verschillende handelingen tegelijk moet uitvoeren. Hier vindt u de basis om veilig te rijden.
Enkele handige video's over het verkeer.
Raadpleeg de handleiding voor de beste manier om het voertuig te starten. Zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken. Als het voertuig een manuele transmissie heeft, dan mag het niet in versnelling staan. Bij sommige voertuigen moet de het koppel pedaal ingedrukt zijn. Voertuigen met een automatische transmissie, zet u in parkeerstand.
Versnel geleidelijk en soepel. Als u te snel probeert te versnellen dan beginnen de wielen te 'spinnen'. Vooral bij een glad wegdek kan dit veel bestuurders verrassen. Bij een voertuig met manuele transmissie, oefen met het koppel pedaal en het gaspedaal zodat de motor niet over versneld en niet vertraagd wanneer u schakelt.
Het stuur houdt u best goed vast met beide handen. Het linkerhand tussen 8 en 10 uur en het rechterhand tussen 2 en 4 uur. Deze positie is comfortabel en op wegen met een hoge snelheid kunt u bochten maken zonder uw handen van het stuur te halen.
Een goede bestuurder, weet wat er gebeurt rond zijn voertuig. Met behulp van de spiegels kunt u een goed overzicht behouden van wat er zich rond uw voertuig afspeelt. U moet de weg grondig en ver genoeg aftasten met de ogen. Zo kunt u problemen en verkeersborden vanop een verre afstand zien en op tijd reageren.
U moet de weg altijd delen met andere weggebruikers. Hoe meer afstand u houdt van uw voorligger, hoe meer tijd u heeft om te reageren. De ruimte tussen de voertuigen is noodzakelijk om veilig en vlot te kunnen rijden.
Een bestuurder moet zijn identiteitskaart en rijbewijs altijd bij zich hebben. In het voertuig moet een inschrijvingsbewijs, gelijkvormigheidsattest, verzekeringsbewijs en een keuringsbewijs aanwezig zijn. Alle documenten moeten origineel zijn, een kopie is niet geldig. Deze documenten moet u kunnen voorleggen bij de keuring van uw voertuig, politie controle en bij een ongeval.
Vanaf de leeftijd van 15 jaar bent u verplicht om uw identiteitskaart altijd bij u te hebben. Met uw identiteitskaart bewijst u uw identiteit en nationaliteit. Met de kaart krijgt u ook toegang tot de onlinediensten van de overheid.
Een rijbewijs is een document waarmee een bestuurder van een motorvoertuig kan aantonen dat hij/zij beschikt over voldoende kennis, inzicht en vaardigheid om een motorvoertuig van een bepaalde categorie te mogen besturen.
Het inschrijvingsbewijs is een geelkleurig document dat bewijst dat uw voertuig correct is ingeschreven bij de overheid. Het document bestaat uit 2 delen: het ene deel moet u in uw auto bewaren, het andere thuis. Meestal zal uw verzekeraar dit document en de nummerplaat voor u aanvragen.
Het gelijkvormigheidsattest bevat gegevens van uw auto zoals het merk, type, categorie, fabrikant en chassisnummer. Het gelijkvormigheidsattest krijgt u bij de aankoop van uw auto van de constructeur of officiële verdeler. Als u een tweedehandsauto koopt, is het de verkoper die het attest moet bezorgen.
Het verzekeringsbewijs geeft aan dat u een geldige autoverzekering heeft, u ontvangt dit document van uw verzekeraar. Het bevat gegevens zoals de naam van uw verzekeraar, polisnummer, uw naam en adres, gegevens van uw auto en de landen waarin u verzekerd bent. Een verzekering is wettelijk verplicht als u de openbare weg op gaat.
Het keuringsbewijs geeft aan dat uw voertuig technisch in orde is. Vanaf uw auto 4 jaar oud is, moet u jaarlijks naar de keuring. U zult hiervoor een uitnodiging ontvangen. Bij de keuring controleert het keuringscentrum de uitlaatemissie, de mechanische staat van de auto en de werking van de remmen, lichten en stuurinrichting. Als alles inorde is ontvangt u een groen keuringsbewijs, als uw voertuig niet inorde is ontvangt u een rood keuringsbewijs en moet u terug komen om uw voertuig te laten herkeuren.
In een voertuig moeten ook de volgende attributen aanwezig zijn: gevarendriehoek, verbanddoos, brandblustoestel en een fluovest. Een reservewiel, krik, GPS, parkeerschijf en trekkabel zijn niet verplicht, maar kunnen wel handig zijn.
Gevarendriehoek
Verbanddoos
Brandblustoestel
Fluovest
Help ons met het verspreiden van de verkeersregels op het internet, samen kunnen we de openbare weg voor iedereen veiliger maken. Plaats een reactie of deel met uw vrienden op sociale media!
Nov 13, 2019
42574
Nov 18, 2019
veel te makkelijk 48/50 dit is niet de realiteit
Nov 30, 2019
Niet alle borden zijn er
Nov 30, 2019
Super goed
Dec 04, 2019
Dit zijn veel te gemakelijke vragen. Dit stellen ze zeker niet rijdens het examen